Druk je eigen stempel op de markt

Jaap van den Broek heeft zijn praktijk gevestigd in een prachtig pand op de Stadshouderskade in Amsterdam. Als puber (bijna nog een kind) liep hij over de Stadhouderskade en besloot toen al dat hij daar ooit een winkeltje zou hebben. Voor Jaap is een winkeltje synoniem aan een onderneming. Vele jaren later, na zijn studie psychologie en een aantal werkgevers, zag Jaap een pand aan de Stadshouderskade te huur en startte hij (samen met zijn collega Peter Groen) zijn ‘winkeltje’ Arbeids Psychologie Amsterdam (APA), op zijn droomplek.

In zijn praktijk houdt Jaap zich bezig met verschillende vraagstukken die met arbeid en gezondheid te maken hebben, zoals stress en andere psychische klachten die het functioneren van een persoon in een werksituatie belemmeren, herstel na burn-out en het versterken van zelfvertrouwen. Daarbij bedient hij zich naast cognitieve gedragstherapieën en zijn kennis van fysiologische veranderingen in de hersenen als gevolg van langdurige stress, ook van sport als herstelmethode. ‘De technieken van Aikido en Judo helpen heel goed bij het richten van de aandacht op het lichaam. De cliënt stapt als het ware uit zijn hoofd, waardoor zijn (angst)gevoelens kunnen kalmeren. Zo ontstaat voor een volgende fase van de begeleiding ruimte om na te denken over oplossingen en het ondernemen van acties die tot realisatie van de gewenste situatie kunnen leiden.’

Duurzame inzetbaarheid
Duurzame inzetbaarheid van werknemers is voor Jaap een belangrijk speerpunt. ‘Dat betekent niet alleen het opknappen van mensen als ze al psychische klachten hebben ontwikkeld. Vooral met de preventie van psychische klachten kunnen bedrijven winst boeken.’ Volgens Jaap moeten organisaties behoud van vitaliteit en inzetbaarheid van medewerkers als prioriteit hebben. ‘Helaas zijn organisaties meer gemotiveerd om geld te investeren als er iets mis gaat in plaats van te investeren in preventie. Hier gebruik ik graag de metafoor van de tandarts: als iemand pas naar de tandarts gaat als een kies pijn doet, moet die gerepareerd worden, soms is het uittreken daarvan nog de enige remedie. En dat is jammer, vooral omdat regelmatige controle de aantasting van de kies had kunnen voorkomen.’

Eigen merk
Jaap is ervan overtuigd dat psychologen een sparringpartner moeten zijn voor leidinggevenden die hun medewerkers gezond, inzetbaar en productief willen houden, en zo het gedrag bevorderen dat mensen op het werk gezond houdt. ‘Organisaties kunnen pas optimaal van hun werknemers profiteren als psychologen niet alleen met herstel en preventie bezig zijn, maar zich ook proactief met het versterken van energiebronnen, communicatie en werkrelaties bezighouden, zodat werknemers hun mogelijkheden beter kunnen realiseren en benutten.’

Volgens Jaap hebben psychologen nog steeds niet hun stem gevonden. ‘De A&O-psychologen houden zich veelal bezig met het testen en loopbaanbegeleiding en lijken daardoor een verlengstuk van de HR-afdeling. En de GZ-psychologen worden door de gezondheidszorg vooral ingezet om protocollen uit te voeren.’ Jaap moedigt psychologen aan om een eigen merk te creëren. ‘Stop met volgen. Vind je eigen kracht en druk je eigen stempel op de markt. Wat vind jij de moeite waard om te verkopen?’

Samenwerking
Jaap vindt psychologen nog te weinig actief op gebieden die tot hun domein behoren. ‘Werknemers met psychische klachten komen nu voornamelijk terecht bij de bedrijfsarts en het is nog maar de vraag of die ze doorstuurt naar een psycholoog.’ Door het organiseren van trainingen, schrijven van artikelen, opstellen van richtlijnen (zoals de NIP/LVE-richtlijn Werk en Psychische klachten) en het geven van interviews wil Jaap daar verandering in brengen. ‘Psychologen het belang doen inzien van de rol van werk bij het ontstaan van psychische klachten en het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende hulpverleners.’

‘Bedrijfsartsen en leidinggevenden moeten veel vaker psychologen inzetten’, stelt Jaap verder. ‘Psychologen kunnen door hun kennis van communicatie en gedrag en de invloed van verschillende interacties op de fysiologie en emoties, psychische klachten voorkomen. Bovendien leiden hun interventies tot een gedragsverandering. En die is vaak essentieel voor het creëren en behouden van gezonde werksituaties en een duurzame inzetbaarheid van werknemers.’